Beweging houdt niet alleen het lichaam in conditie, maar ook het brein. “Door te bewegen, ontwikkelen hersenen nieuwe én onderhouden ze oude verbindingen. Daarnaast heeft bewegen een positief effect op het voorkomen of uitstellen van dementie”, vertelt beweegcoach Inge.
Positief effect op dementie
In Europa heeft zo’n 20% van de gevallen van Alzheimer te maken met te weinig lichamelijke activiteit. Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat bewegen een positief effect heeft op het voorkomen of uitstellen van dementie. Daarnaast heeft het een positief effect op risicofactoren van dementie, zoals diabetes, hoge bloeddruk, obesitas, vaataandoeningen en ontstekingen. Beweging zet de hersenen aan het werk. Door beweging ontwikkelt het brein nieuwe en onderhoudt het de oude verbindingen. Het verbetert ook de doorbloeding. “De kleinste bewegingen, zoals op eten kauwen, stimuleren al het brein. Dat is met name belangrijk voor mensen die niet meer kunnen lopen en weinig bewegen. Bewegen heeft een positieve invloed op de frontale hersenkwab; het ‘huis’ van de cognitie.”
Extra beweging
Onze beweegcoaches gaan langs bij verschillende woon- en zorgcentra om meer beweging te stimuleren. “Bij sommigen zie je dat door te bewegen de onrust afneemt. Daarnaast zorgt het voor een betere nachtrust. Tijdens de bewegingslessen besteden we veel aandacht aan het brein. We doen geheugenspelletjes en combineren dit met bewegingen. Zo prikkelen we het lichaam en de hersenen. Maar het is vooral leuk én gezellig.”
Op verbeeldingsreis
Ook stimuleren de beweegcoaches mensen om thuis in beweging te komen. “Ook binnen kunt u genoeg beweegoefeningen doen. Maak het nog leuker door uw verbeelding erbij te gebruiken. Sta op en stap op de plaats. We gaan nu verbeelden dat we ergens wandelen. Denk terug aan geluiden, objecten, geuren en sensaties die u ziet, hoort en ruikt. Hier een voorbeeld:
We gaan samen wandelen in uw woonplaats. We lopen uw woning uit. Hoe opent de deur? Gaat hij zwaar van het slot of heeft u hem altijd open staan? We lopen door de tuin. Is dit een grote tuin? Wat ligt er op de grond; zand of tegels? Of misschien wel kiezelstenen? Als u loopt, wat hoort u onder uw voeten? Ruiken de planten of het gras lekker? Het zonnetje schijnt, heerlijk. De vogels fluiten. Welke kant wilt u op? Kies maar en verbeeld dat we daar heen lopen! Wat komen we onderweg allemaal tegen? Doe regelmatig van dit soort oefeningen en laat u verrassen door wat uw hersenen allemaal opslaan. U bepaalt zelf uw reis!”